Het Laatste Nieuws - mei 2023
Online sessies - 22 mei (20-22u)
Roll over Adorno: Een heroverweging van de "nieuwe muziek" in de analyseles, door John Koslovsky en Ralf Pisters
(Zoomlink link gestuurd naar de leden via email)Al meer dan een eeuw heeft het idee van “nieuwe muziek” (neue Musik) een enorme invloed op het muziektheorieonderwijs. Als kreet die in de eerste decennia van de twintigste eeuw (zo niet eerder) ingang vond, en die een volwaardige filosofische exegese onderging in Theodor Adorno’s boek Philosophie der neuen Musik uit 1949, vormt de uitdrukking “nieuwe muziek” nog steeds de intellectuele ruggengraat voor menig universiteits- en conservatoriumcurriculum, vooral in Europa. Een andere, meer recente en Anglo-Amerikaans georiënteerde uitdrukking die op soortgelijke wijze een bepaalde insteek ten aanzien van het nieuwemuziekgebeuren laat zien is de zogenaamde “post-tonale” analyse. Hoewel milder van toon, cultiveert ook de uitdrukking “post-tonaal” een bepaalde mentaliteit over het onderwijzen van nieuwe muziek in de klas, evenals een reeks overtuigingen over het verloop van de westerse kunstmuziek sinds de negentiende eeuw.
Hun filosofische en theoretische niet te na gesproken hebben de concepten van “nieuwe” en “post-tonale” muziek verregaande gevolgen voor de manier waarop we de analyse van muziek in de twintigste en eenentwintigste eeuw onderwijzen. Ze zorgen onder meer voor een bepaalde historiografische, methodologische en esthetische mentaliteit, en beïnvloeden op significante wijze de soorten repertoire en concepten die we in de muziektheorieklas inbrengen. Met andere woorden: hoewel het curriculum van de “nieuwe”/“post-tonale” muziek een stabiele canon van werken en een min of meer werkbare aanpak biedt, mist het de oneindig bredere en meer eclectische vormen van compositie en muziekmaken die de klassieke traditie (in brede zin) gedurende de afgelopen 120 jaar hebben gekenmerkt. Zoals bij elk curriculum is tijd van essentieel belang, dus rijst al gauw de vraag wat er gedaan kan worden om de explosieve veelvormigheid van klassieke muziek sinds ca. 1900 het hoofd te bieden, met behoud van didactische en methodologische coherentie in het klaslokaal. Aan het Conservatorium van Amsterdam zijn we momenteel bezig met een nieuw kerncurriculum dat probeert het aanbod voor klassieke muziek van de twintigste en eenentwintigste eeuw zowel uit te breiden als te diversifiëren. Daartoe hebben we een koers uitgezet die de noties van “nieuwe” en “post-tonale” muziek in hun juiste artistieke en intellectuele context plaatst, en die studenten in staat stelt om verschillende routes te kiezen door de muziek van de twintigste en eenentwintigste eeuw, niet alleen voor analyse maar ook voor muziekgeschiedenis. In ons colloquium zullen we de ideeën achter deze recente methodologische en curriculaire verschuiving bespreken, de brede contouren van het curriculum uitleggen en de kansen en uitdagingen schetsen die voor ons liggen bij het uitvoeren ervan. Ook zullen we terugblikken op het eerste jaar waarin dit nieuwe curriculum in de praktijk is gebracht is. Verschillende CvA-docenten zullen aanwezig zijn om hun ervaringen tot nu toe met de leden te delen. Tot slot zouden we graag in een open discussie de mening van de leden over onze aanpak vernemen, alsmede de manieren waarop aan andere instituten wordt omgegaan met de gevarieerdheid van de muziek uit de 20e en 21e eeuw. |
|
TOEKOMSTIGE EVENEMENTEN
Mei 2023 - Online sessis (20u): Roll over Adorno: Een heroverweging van de "nieuwe muziek" in de analyseles, door John Koslovsky en Ralf Pisters 2024 - VvM's Lustrumsymposium: "Buiten de gebaande paden" |